stop start MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016 Beknopte handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2016, Model line: MODEL 3 HATCHBACK, Model: MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2016Pages: 39, PDF Size: 1.23 MB
Page 7 of 39

Tijdens het rijden
6Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Indicatielampje
Startdrukknop
Starten van de motor
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
• De startmotor draait niet rond totdat het voorgloei-indicatielampje is uitgegaan.
• Laat bij het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) niet los totdat het
voorgloei-indicatielampje in de instrumentengroep uitgaat, na het indrukken van
de startdrukknop.
1. Zorg er voor dat de handrem aangetrokken is.
2. Blijf het rempedaal stevig intrappen totdat de
motor volledig gestart is.
3. (Handgeschakelde versnellingsbak)
Blijf het koppelingspedaal stevig intrappen
totdat de motor volledig gestart is.
(Automatische transmissie)
Zet de keuzehendel in stand P (parkeren). Als u
de motor moet starten wanneer de auto in
beweging is, dient u de keuzehendel in stand N
(neutraal) te zetten.
4. Druk op de startdrukknop nadat zowel het KEY
indicatielampje (groen) in de instrumentengroep als het
indicatielampje van de startdrukknop (groen) zijn gaan
branden.
• Als voor het starten van de motor het koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) of het rempedaal (automatische transmissie) wordt losgelaten,
het koppelingspedaal (handgeschakelde versnellingsbak) of het rempedaal
(automatische transmissie) nogmaals intrappen en de startdrukknop indrukken
om de motor te starten.
• Als u nadat de gloeibougies zijn opgewarmd het contact gedurende langere tijd
in de stand ON laat staan zonder dat de motor draait, worden de gloeibougies
mogelijk opnieuw opgewarmd en gaat het voorgloei-indicatielampje branden.
Page 8 of 39

Tijdens het rijden
Handgeschakelde versnellingsbak
2. Zet terwijl u het koppelingspedaal intrapt de versnellingshendel in de
neutraalstand. De motor stopt nadat het koppelingspedaal is losgelaten.
3. (SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5)
1. Breng de auto tot stilstand door eerst het rempedaal en vervolgens het
koppelingspedaal in te trappen.
De motor herstart automatisch wanneer u het koppelingspedaal intrapt of dit
begint los te laten.
OPMERKING
Het moment waarop de motor herstart verschilt afhankelijk van de kracht
waarmee het rempedaal wordt ingetrapt.
Gebruik van de i-stop functie
De i-stop functie zet de motor automatisch stop wanneer de auto bij een
verkeerslicht stil staat of in het verkeer vast komt te zitten en herstart vervolgens de
motor automatisch om het rijden te hervatten. Het systeem draagt bij tot een
verminderd brandstofverbruik, minder uitstoot van uitlaatgassen en doet het geluid
van het stationair draaien verdwijnen wanneer de motor is stopgezet.
OPMERKING
• Wanneer de motor gestopt is. • Het i-stop indicatielampje (groen) gaat in onderstaande gevallen branden:
Wanneer tijdens het rijden aan de voorwaarden voor het stoppen van de
motor is voldaan. • (Behalve Europees model)
• Het i-stop indicatielampje (groen) gaat uit wanneer de motor herstart.
(SKYACTIV-D 1.5, SKYACTIV-D 2.2)
De motor herstart automatisch zodra het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
7Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Page 9 of 39

8
Tijdens het rijden
i-stop OFF schakelaar
De i-stop functie kan uitgeschakeld
worden door het indrukken van de
schakelaar totdat de zoemtoon klinkt en
het i-stop waarschuwingslampje (oranje)
in de instrumentengroep gaat branden.
De i-stop functie kan opnieuw
ingeschakeld worden door de
schakelaar opnieuw in te drukken
totdat de zoemtoon klinkt en het
i-stop waarschuwingslampje (oranje)
uit gaat. Automatische transmissie
2. De motor herstart automatisch wanneer het rempedaal wordt losgelaten met de
keuzehendel in de stand D of M (niet in blokkeermodus voor tweede
versnelling). 1. De motor stopt wanneer tijdens het rijden het rempedaal wordt ingetrapt
(behalve tijdens het rijden in de stand R of M, blokkeermodus voor tweede
versnelling) en de auto tot stilstand is gebracht.
3. Als de keuzehendel in de stand N of P staat, herstart de motor niet wanneer het
rempedaal wordt losgelaten. De motor herstart wanneer het rempedaal nogmaals
wordt ingetrapt of de keuzehendel naar de stand D, M (niet in blokkeermodus
voor tweede versnelling) of stand R wordt verplaatst. (Houd met het oog op de
veiligheid wanneer de motor gestopt is tijdens het verplaatsen van de
keuzehendel altijd het rempedaal ingetrapt.)
Gebruik van de i-stop functie
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Page 10 of 39

9
Tijdens het rijden
i-stop waarschuwingszoemer
Als het stationair draaien van de motor is gestopt en het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt er een waarschuwingstoon om de bestuurder te attenderen dat het
stationair draaien is gestopt. Dit stopt wanneer het bestuurdersportier wordt gesloten.
i-stop indicatielampje (groen)/waarschuwingslampje (oranje)
i-stop indicatielampje (groen)
• Het lampje gaat branden wanneer de motor gestopt is en
gaat uit wanneer de motor herstart.
Het lampje gaat branden wanneer tijdens het rijden aan de
voorwaarden voor het stoppen van de motor is voldaan.
• Het lampje gaat branden wanneer het contact op ON
wordt gezet en gaat uit wanneer de motor gestart wordt. i-stop waarschuwingslampje (oranje)
• Het lampje gaat branden wanneer de i-stop OFF schakelaar
wordt ingedrukt en het systeem wordt uitgeschakeld.
• (Behalve Europees model)
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Motor start/stop”.
Page 37 of 39

36
Als er zich een probleem voordoet
Als er zich een probleem voordoet
• Lekke band
Als u een lekke band heeft, langzaam naar een vlak gedeelte rijden en de band
op een plaats buiten het verkeer en op voldoende afstand van de rijbaan
verwisselen.
Gebruik in het geval van een lekke band de lekke band noodreparatieset om de
band tijdelijk te repareren of gebruik het noodreservewiel.
• Oververhitting
1. Rijd naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Controleer of er koelvloeistof of stoom uit de motorruimte ontsnapt.
Als er stoom uit de motorruimte komt:
Niet te dicht in de buurt van de voorzijde van de auto komen. Zet de motor stop.
Wacht totdat er geen stoom meer naar buiten komt, open vervolgens de
motorkap en start de motor.
Indien er geen kokende koelvloeistof of stoom naar buiten komt:
De motorkap openen en de motor stationair laten draaien om deze geleidelijk te
laten afkoelen.
• Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
• Waarschuwingslampje en waarschuwingszoemer
Controleer op bijzonderheden betreffende het waarschuwingslampje of -geluid
in deze handleiding als een waarschuwingslampje brandt of knippert of een
waarschuwingsgeluid klinkt. Neem contact op met een officiële Mazda
reparateur als het probleem niet opgelost kan worden.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 7, “Lekke band”, “Oververhitting”, “Slepen in
noodgevallen” of “Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers”.